1992Rehabilitatie Luisteren naar (de wens van) de cliënt
Psychosociale of psychiatrische rehabilitatie is een vorm van hulpverlening aan mensen met langdurige psychiatrische problematiek. Het doel is mensen te ondersteunen in hun herstelproces en bij hun deelname aan de samenleving. Er wordt gestreefd naar zo weinig professionele ondersteuning als mogelijk.
In de jaren tachtig van de vorige eeuw werd rehabilitatie in Nederland geïntroduceerd. Een van de eerste pioniers was Detlef Petry (1944), die de ideeën van Bennett en Shepherd uit Engeland in Nederland verspreidde.
Jean Pierre Wilken (1958) en Dirk den Hollander (1953) lieten zich door ontwikkelingen in Engeland en Amerika inspireren en vertaalden deze in hun Integrale Rehabilitatiebenadering, en de daarop gebaseerde methodiek van het Systematisch Rehabilitatiegericht Handelen. Zij richtten hiervoor de stichting Storm Rehabilitatie op, die sinds 2009 onderdeel is geworden van de Rino Groep.
Jos Droës introduceerde en verspreidde de Individuele Rehabilitatie Benadering (IRB) van het Boston Center for Psychiatric Rehabilitation in Nederland. Hij richtte in 1992 samen met Lies Korevaar en anderen de Stichting Rehabilitatie ’92 op.
Andere methoden die in Nederland gebruikt worden en gebaseerd zijn op de uitgangspunten van rehabilitatie, zijn o,a, de Liberman-modules van prof. Robert Paul Liberman, het Strengths-model van prof. Charles Rapp, het IPS-model van Robert Drake. en het Kwartiermaken van Doortje Kal.
In Nederland worden rehabilitatiebenaderingen alom in de langdurige zorg gebruikt, zowel in de klinische psychiatrie, beschermd en begeleid wonen, en de maatschappelijke opvang. Veel ACT- en FACT-teams maken ook gebruik van rehabilitatiemethoden.
Rehabilitatie was in de jaren ’90 een belangrijke vernieuwing in de zorg. De GGZ was tot die tijd vooral klinisch van aard en gebaseerd op het medische model. Patiënten met een ‘chronisch psychiatrische stoornis’ werden uitbehandeld genoemd en hulpverleners leerden hen zich vooral rustig te houden. Veranderingen en stress zouden bij patiënten hun ziekte weer kunnen laten opspelen en dat was niet de bedoeling. Hulpverleners vroegen niet naar de wensen van de patiënten. Rehabilitatie deed het tegenoverstelde hiervan. De wensen en behoeften van cliënten kwamen centraal te staan. Het ging om hun kwaliteit van leven. Verder werd niet alleen naar beperkingen gekeken maar vooral naar mogelijkheden. De gezonde kant van de persoon werd aangesproken.
Sinds het begin van de 21ste eeuw werd het begrip ‘herstel’ steeds bekender, vooral door toedoen van de cliëntenbeweging, met in Nederland Wilma Boevink en het HEE-team als boegbeeld. Het gaat hier om persoonlijk herstel (het leren omgaan met de aandoening en de kwetsbaarheid) en sociaal herstel (het herstel van sociale rollen op gebieden als wonen, werken, leren, vrije tijdsbesteding en sociale contacten). Herstel is een persoonlijk proces van cliënten. De laatste jaren is rehabilitatie steeds meer een manier geworden om deze herstelprocessen te ondersteunen.
Sinds het begin van het nieuwe milennium werden aan twee hogescholen lectoraten op het gebied van rehabilitatie ingesteld. De Hogeschool Utrecht startte in 2002 het lectoraat Participatie Zorg en Ondersteuning met lector dr. Jean Pierre Wilken. In 2003 startte het Lectoraat Rehabilitatie bij de Hanzehogeschool in Groningen met als lector dr. Lies Korevaar. Sinds 2010 heeft de Universiteit van Tilburg een bijzondere leerstoel Rehabilitatie en participatie van mensen met ernstige psychische aandoeningen, welke bekleed wordt door dr. Jaap van Weeghel. In 2008 riep GGZ Nederland rehabilitatie en herstel uit tot speerpunten in het zorgbeleid.