Verwante vensters |
|
2000 Ervaringsdeskundige Een nieuw beroep in de ggz |
|
Voorlichtingsorganisatie Pandora werkte in de jaren zeventig bewust met ervaringsdeskundige voorlichters op scholen en bij maatschappelijke organisaties. Eén van die vrijwilligers, Hans van der Wilk, trad in 1976 bij Pandora aan als eerste ervaringsgdeskundige directeur, in een betaalde baan dus. 'Ik werd daardoor in de gekkenbeweging altijd met enige argwaan bekeken.’ Begin jaren tachtig zaten in de wegloophuizen nogal wat ervaringsdeskundigen die vonden dat de hele psychiatrie opgeheven moest worden. Een bekende voorstander daarvan was de toenmalige ex-patiënt en latere beleidsmaker Ed van Hoorn. Hij stond met zijn visie lijnrecht tegenover Hans van der Wilk die vond dat heel veel mensen in psychiatrische ziekenhuizen wel degelijk professionele hulp nodig hadden. ‘Dat die hulp anders moest, daarover was iedereen het eens.’ Kritiek op ervaringsdeskundigheid was er altijd al. Ed van Hoorn beschrijft in het boek De strijdbare patiënt (2008) zijn rolwisseling van patiënt naar vrijwillige hulpverlener in de wegloophuizen van de jaren tachtig heel scherp. 'Je keek vanuit een positie dat jij wel wist hoe het zat en die ander niet. Altijd die hiërarchische blik, dat je jezelf erboven stelde.' En Wilma Boevink, in diezelfde tijd verbonden aan het ZWOP, vertelt daarover: 'Iemand met een patiëntcarrière was hulpverlener geworden en alle grenzen overgegaan bij een aantal van zijn vrouwelijke cliënten. Vanuit die ervaring ben ik heel kritisch geworden op ervaringsdeskundigheid.' In de jaren tachtig was het sowieso niet de gewoonte om in het openbaar met elkaar van gedachten te wisselen over 'gekte'-ervaringen, of gevoelens te delen, zelfs niet in de cliëntenbeweging. Er bestond een taboe op het tonen van kwetsbaarheid. Een uitzondering vormden de feministische vrouwen in de cliëntenbeweging. Pas in de jaren negentig komt er wat meer openheid. In 1991 vertellen vier ex-patiënten op de studiedag 'Hoe gek is gek' van de cliëntenbeweging in Groningen over de omgang met hun psychische, vaak emotionele problemen. Organisator Marlieke de Jonge treedt half jaren negentig aan als eerste betaalde 'cliëntdeskundige' in de zorg. Ervaringsdeskundige wil zij niet genoemd worden. ‘Iedereen is ervaringsdeskundig!' Zij komt in dienst van GGZ Groningen, bij de afdeling Preventie, als medewerker Empowerment. De Jonge maakt deze taak tot op heden waar met een stroom van lezingen en publicaties, waarin zij steeds laat zien welke gevolgen het ggz-beleid heeft voor 'individuen met een gebruiksaanwijzing' als zijzelf. Zij maakt geen onderscheid tussen psychiatrie- en verslavingsproblematiek. En als preventiemedewerker houdt zij nauw contact met het Groningse daklozencircuit. Vanaf de eeuwwisseling begint ervaringsdeskundigheid vaste voet aan de grond te krijgen in de ggz. In 2000 gaven cliënten van Ggz Eindhoven (GgzE) een cursus aan de medewerkers van 'hun' instelling over bejegening en medezeggenschap. Daarop ontwikkelde de Fontys Hogeschool een curriculum voor een nieuwe opleiding. In 2001 startte de eerste Toed (Toeleiding ervaringsdeskundige) basiscursus in Eindhoven, gevolgd door de Hogeschool van Amsterdam (HvA) in 2002. De Toed doet het goed, zo bleek uit een uitgebreide evaluatie in 2013. De opleiding kreeg dan ook Europese navolging met het internationale programma Ex-in dat in diverse Europese landen werd geïmplementeerd. De meeste psychiatrische instellingen hebben nu wel een of meer betaalde ervaringsdeskundigen in dienst. In Rotterdam adopteerde de instelling Pameijer, voor mensen met een psychiatrische of verstandelijke handicap, in 2012 'Howie de Harp', een Nederlandse variant van een in New York ontwikkelde opleiding voor ervaringsdeskundigen. 'Pameijer wil met de nieuwe opleiding een flinke slinger geven aan de groei van het aantal ervaringsdeskundige werkers in de Nederlandse ggz', aldus een artikel in het (per 2013 opgeheven) vakblad Psy. De nieuwe functie roept nog altijd discussie op, gezien de Facebookgroep De Nieuwe GGZ, waar ervaringswerkers uitwisselen hoe het ze op de betaalde werkvloer vergaat. Worden ze wel als volwaardige krachten serieus genomen? De schrijvende ervaringsdeskundige Maurice Levano pleitte in 2011 in het (in 2015 opgeheven) Maandblad Geestelijke volksgezondheid voor een steviger functiebeschrijving. Die is er in 2013 gekomen. Samen met het Trimbos-intituut, HEE en kennisinstituut Phrenos ontwikkelde GGZ Nederland een gedegen 'beroepscompetentieprofiel'. Of dat voldoende is om de ervaringsdeskundige daadwerkelijk een plaats te geven in de ggz zal nog moeten blijken. Duidelijk is dat daar meer voor nodig is dan een goede omschrijving op papier. |
|