Lydia Hagoort Samuel Sarphati, 1813-1866 van Portugese armenarts tot Amsterdamse ondernemer Bas Lubberhuizen, Amsterdam, 2013 ISBN 978-90-5937-329-7 € 29.90 Bestellen |
|
Samuel Sarphati (1813-1866) zal voor velen een onbekende persoon zijn. Voor inwoners van Amsterdam kan de naam wel bekend zijn. Er is een Sarphatistraat, een Sarphatipark, een Sarphatihuis en een standbeeld dat deze naam draagt. In de 19e eeuw was Sarphati een heel bekende persoon in het publieke leven. Hij was een Jood, het orthodoxe leven toegedaan, en spande zich bijzonder in om het bestaan in Amsterdam op een hoger plan te brengen. Hij was een man met visie, die met kop en schouders boven zijn tijdgenoten uitstak. Tijdgenoten die heimelijk niet zo veel van Joden moesten hebben. Alhoewel Joden sinds de Franse Tijd volledige burgerrechten bezaten, konden ze geen lid worden van de Maatschappij tot Nut van het Algemeen en van het Genootschap Felix Meritis. Grievend, zeker voor een man die zich zo inzette voor zijn stad. Lydia Hagoort, historica en werkzaam voor het stadsarchief Amsterdam, beschrijft in Samuel Sarphati : van Portugese armenarts tot Amsterdamse ondernemer zorgvuldig zijn leven. Sarphati was een man die zijn privé-leven afschermde en weinig zogenaamde ego-documenten naliet. Maar Hagoort plaatst hem in de context van zijn werk en de stad waar hij woonde. Sarphati blijkt zich buitengewoon in te hebben gespannen om ziekte, armoede, honger en vervuiling te bestrijden. Bij ziekte moeten we aan cholera denken. Een ziekte die alles te maken had met het ontbreken van schoon water en van een vuilnisophaaldienst. Tot ver in de negentiende eeuw werden op straat varkens gemest en geslacht. Bedelende mannen, vrouwen en kinderen hoorden bij het straatbeeld. Op pleintjes lagen vuilnis- en mesthopen waarop kinderen rondscharrelden op zoek naar eten. Woningen waren holen, soms slechter dan stallen voor dieren. Riolen en toiletten ontbraken. Mannen en vrouwen deden hun behoefte op straten en pleinen. De honderden paarden die koetsen en karren trokken, vervuilden de straten nog meer. Bij warm weer hing er een stank in de stad die het verblijf er onaangenaam maakte. Dat was Amsterdam in de negentiende eeuw. De armoede was schrikbarend. Halverwege de eeuw was de helft van de bevolking op bijstand door de kerk en particulieren aangewezen. Pas vanaf 1854 vervulde de overheid hierin een rol. Het is de blijvende verdienste van Sarphati dat hij ijverde voor een stadsreinigingsdienst, de aanleg van een waterleiding, de komst van stadsverlichting, op kwam voor armenzorg, betere medische zorg en hygiëne. Hij had een scherp oog voor de vernieuwingen in zijn tijd, zoals het gebruikmaken van stoom, machines, elektriciteit, de trein. Hij liep voorop om nieuwe uitvindingen toe te passen. Sarphati was ook de drijvende kracht achter de bouw van het Paleis voor de Volksvlijt, dat bedoeld was voor permanente tentoonstellingen op technisch en industrieel gebied. Dit Paleis is er ook gekomen, maar helaas in 1929 afgebrand. Op die plek staat nu de Nederlandse Bank en dat is voor het stadsbeeld geen vooruitgang gebleken. Sarphati’s energie was onuitputtelijk. De eerste broodfabriek in Nederland die door stoommachines werd aangedreven, was van Sarphati. Hij stond ook aan de basis van het Amstel Hotel. Lydia Hagoort stelt terecht dat Sarphati met zijn optreden een nieuw gezicht aan de stad heeft gegeven. Veel te jong, op de leeftijd van 53 jaar, is Sarphati overleden. Thorbecke, die Sarphati hoogachtte, schreef in een condoleancebrief dat ‘Amsterdam en het land één hunner nuttigste burgers verloren hebben’. Na zijn dood heeft de stad zijn grootheid erkend. Zijn dadendrang had te maken met zijn Joodse geloof. De mens was op aarde gezet om te werken, niet om te luieren. We zien hier het maatschappelijk nut van religie. Mensen, bezield door hun geloof, kunnen bergen verzetten. Toch, ondanks die relatie met het geloof, zijn de daadkracht en de sociale bewogenheid van Sarphati opvallend. Jammer dat de man zo weinig over zichzelf prijs wilde geven. Wij kunnen hem nu niet meer in het hart kijken. Het is passend dat Samuel Sarphati is begraven op Beth Haim in Ouderkerk aan de Amstel. Deze begraafplaats bestaat nog steeds en is een bezoek alleszins waard. Lydia Hagoort schreef over de man en zijn stad een gedegen en interessant boek. De uitgever heeft er een stevige en mooie uitgave van gemaakt. Bepreking overgenomen van: www.bibliotheek.nl |
|