2007 Jet Bussemaker in de actiestand Bouwen aan een duurzaam stelsel van hulp en opvang |
|
Jet Bussemaker (PvdA) startte als staatssecretaris van VWS in 2008 het vierjarig actieprogramma Beschermd en Weerbaar. Haar doel was bouwen aan een duurzaam stelsel van hulp en opvang. Mensen die slachtoffer zijn van geweld in afhankelijkheidsrelaties (GIA) dienen de regie over hun leven terug te krijgen. GIA werd in de beleidsbrief breed gedefinieerd: het gaat om verschillende vormen van geweld waarbij het slachtoffer – om welke reden dan ook – afhankelijk is van de geweldpleger en over onvoldoende mogelijkheden beschikt om de ongelijke machtssituatie te doorbreken. GIA omvat meerdere vormen van geweld De term ‘geweld in afhankelijkheidsrelaties’ is een door VWS bedachte term. Er bleek behoefte te zijn aan een paraplu begrip dat zowel geweld in de privésfeer als geweld in de professionele setting insluit. GIA betreft dan ook vele vormen van geweld. Het speelt zich af in het kerngezin, in de familie maar ook op de werkvloer. Jongens en mannen kunnen ook in een afhankelijkheidsrelatie met geweld te maken krijgen. Mensenhandel is een uiterst gewelddadige vorm van GIA. Ze investeerde ook in de aanpak van meisjesbesnijdenis. De termen huiselijk geweld en kindermishandeling zijn naast elkaar blijven bestaan. Daarna zijn termen als partnergeweld, intieme terreur en geweld in intieme relaties gangbaar geworden. Het geeft aan dat er steeds meer zicht is gekomen op de complexiteit van deze geweldsvormen waarvoor geen ‘one size fits all’ aanpak bestaat. Zichtbaarheid omvang van geweld nam toe Voor dit actieprogramma was alle aanleiding. Het taboe was sinds de opkomst van het feminisme en de Blijf-van-mijn-lijf-huizen doorbroken. De omvang van huiselijk geweld en de variëteiten werd steeds meer zichtbaar. Bussemaker incorporeerde alle geweldsvormen binnen haar actieprogramma en zocht naar samenhang. In totaal stelde zij € 32 miljoen beschikbaar. Ze werkte nauw samen met de departementen Justitie, Sociale Zaken, Integratie en Jeugd en Gezin. De gemeenten werden aangesproken op hun verantwoordelijkheid. De aanpak van huiselijk geweld was immers als gemeentelijke taak in de WMO van 2007 opgenomen. Nadrukkelijk constateerde Bussemaker dat GIA niet louter een Nederlands probleem is. De ongelijke machtsverhouding tussen mannen en vrouwen leidt, zoals rapporten van de Verenigde Naties en de Raad van Europa lieten zien, overal in de wereld tot geweld. Het is een internationale verplichting om dat uit te bannen. In 2016 ratificeerde Nederland het Verdrag van Istanbul Veel aandacht voor vrouwenopvang De vrouwenopvang kreeg in haar beleidsbrief veel aandacht. Beschermd en Weerbaar opende de weg voor verbreding van de visie op de aanpak van de vrouwenopvang als geheel. Deze richtte zich steeds meer op alle leden van een gezin/huishouden. Dus ook op de kinderen en degene die het geweld pleegt. Als het mogelijk is werd de (ex) partner betrokken bij het hulptraject. Bussemaker investeerde in uitbreiding van de opvangcapaciteit en de verbetering van de kwaliteit van de hulp. Ze subsidieerde de het Oranje Huis project in Alkmaar. Er ontstond ruimte voor hulp aan specifieke groepen binnen de cliënten van de vrouwenopvang, zoals de speciale opvang van jonge meisjes die slachtoffer zijn van eergerelateerd geweld en de mannenopvang . Daarnaast nam ze de verantwoordelijkheid over van het onderdeel ‘Bescherming’ van het al eerder gestarte Kabinetsprogramma Eergerelateerd. Het Interdepartementaal beleidsprogramma Eergerelateerd Geweld (2006 – 2010). Minister Verdonk, toenmalig minister van Vreemdelingenzaken en Integratie (2003 -2006), was geschokt door een aantal geweldsincidenten in de familiesfeer waarbij eer als mogelijk motief een rol speelde. Met name de moord op enkele jonge vrouwen, waarvan enkele cliënten van de vrouwenopvang, waren voor haar aanleiding om een interdepartementaal beleidsprogramma te starten om dit type geweld zoveel mogelijk te voorkomen en te bestrijden. Het programma omvatte vier thema’s: maatschappelijke preventie, bescherming en opvang, strafrechtelijke aanpak en lokaal bestuurlijke aanpak. De vrouwenopvang was in de jaren daarvoor inderdaad hardhandig met de gevolgen van eergerelateerd geweld geconfronteerd. Het bleek noodzakelijk om in de begeleidingsmethodiek rekening te houden met culturen waar geweld door een familie kan worden toegepast om de eer weer te herstellen. Vooral de brute moord in de Zaanstreek op een cliënte was een keerpunt in het denken binnen de vrouwenopvang over veilige opvang. Het drong door dat het steeds verplaatsen naar geheime opvanglocaties niet de veiligheid bood die gewenst werd. Het onderbrengen van kinderen op voor vaders geheime locaties werkte escalerend. De gedachte ontstond om de opvang op openbare adressen te organiseren. Dit leidde tot de hierboven genoemde Oranje Huis Aanpak. De vrouwenopvang werkt sindsdien nauw samen met de politie en in het bijzonder het Landelijk Expertisecentrum Eer Gerelateerd Geweld (LEC EGG). Vrouwen-en meisjesbesnijdenis Haar internationale blik kwam ook tot uiting in het congres ‘Uniting Europe and Africa to fight Female Genital Mutilation/Cutting’ dat zij op 25 november 2009 in Den Haag organiseerde. Op die conferentie werd een document gepresenteerd die ouders van meisjes uit risicolanden vrijwillig ondertekenen en waarin zij verklaren dat zij hun dochter niet laten besnijden in het buitenland. Ze intensiveerde de aanpak van VGV in Nederland met bewustwordingscampagnes om zelforganisaties en professionals uit de zorg- en veiligheidsketen meer alert te maken op dit probleem. |
|