2016 Verdrag van Istanbul
Eerste Europese verdrag dat genderbewust beleid vastlegt
eerste   vorige   homepage   volgende   laatste
Op 1 maart 2016 trad in Nederland het Verdrag van de Raad van Europa inzake het voorkomen en bestrijden van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld, kortweg het ‘Verdrag van Istanbul’ in werking. Het verdrag, dat in 2011 tot stand was gekomen, is een mijlpaal: het is het eerste Europese verdrag dat genderbewust beleid benoemt en vastlegt. Het verdrag stelt eisen aan de aanpak van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld voor de 45 landen die het hebben ondertekend.
In het verdrag staat welke vormen van geweld strafbaar horen te zijn, zoals psychisch geweld, stalking, seksueel geweld, gedwongen huwelijken, gedwongen abortus en genitale verminking. Voor de vrouwenopvang is dit verdrag van groot belang.

Gender bewust beleid
Het verdrag verplicht de overheden een beleid te voeren dat gelijkheid van vrouwen en mannen en de eigen kracht van vrouwen bevordert. Onder gender wordt verstaan: de sociaal-culturele rollen die aan de twee (dominante) seksen (m/v) gekoppeld zijn. Gender is niet hetzelfde als sekse, dat duidt op het biologisch verschil tussen mannen en vrouwen. Het genderperspectief biedt ruimte voor een contextuele benadering om te kunnen duiden hoe en waarom vrouwen of mannen als sociale groep gemiddeld genomen meer of minder kwetsbaar zijn om slachtoffer te worden van geweld in intieme relaties. Het geeft ruimte voor het inzicht dat mannen ook slachtoffer kunnen zijn van geweld en de notie dat vrouwen desalniettemin disproportioneel vaker worden getroffen. Vrouwen staan als groep dus op achterstand. Genderbewust beleid richt zich daarom niet alleen op de aanpak van het geweld. Er is ook oog nodig voor de bredere context en de mogelijke ongelijkheid en achterstand van vrouwen. Het beleid dient erop gericht te zijn de negatieve vormen van afhankelijkheid – zowel maatschappelijk, sociaal, psychisch als economisch – te bestrijden zodat vrouwen zich op eigen kracht tegen geweld teweer kunnen stellen.

Belang vrouwenopvang
Voor de vrouwenopvang is artikel 23 van belang. Hierin staat dat in Nederland ‘voldoende aantallen passende, gemakkelijk bereikbare opvangplaatsen beschikbaar moeten zijn zodat er veilig onderdak aan de slachtoffers geboden kan worden, in het bijzonder vrouwen en hun kinderen.’ Maar ook de andere artikelen die gaan over ‘Bescherming en ondersteuning’ (Artikelen 22- 26) ondersteunen het werk van de vrouwenopvang. Voor slachtoffers dient gespecialiseerde dienstverlening beschikbaar te zijn. Hulpvragers dienen bij een 7x24 uurs gratis telefonische hulplijn terecht te kunnen. Voor slachtoffers van verkrachting of seksueel geweld zijn centra voor medisch en forensisch onderzoek, traumaverwerking en advisering een vereiste. Kinderen die getuige zijn geweest van geweld hebben op leeftijd toegesneden hulp nodig. Daarnaast roept het verdrag op tot een alomvattend en gecoördineerd beleid, gerichte gegevensverzameling en passende financiering. Het verdrag bepaalt nadrukkelijk dat ook vrouwen met een afhankelijke verblijfsstatus of geen geldige verblijfsvergunning bescherming tegen geweld moeten krijgen.

Caribisch Nederland
Het Verdrag trad met de ratificatie in 2016 nog niet in werking voor Caribisch Nederland, omdat Caribisch Nederland nog niet voldeed aan de uit het Verdrag voortvloeiende verplichtingen. Sinds 2017 heeft de regering stappen gezet om de situatie in Caribisch Nederland in overeenstemming te brengen met het Verdrag. Hiertoe is in 2017 een eerste bestuursakkoord gesloten. Dit leidde tot het Bestuursakkoord aanpak huiselijk geweld en kindermishandeling Caribisch Nederland 2021-2024. De ratificatie vindt op zijn vroegst in 2025 plaats pas als alle acties uit dit bestuursakkoord succesvol zijn uitgevoerd.

Turkije stapt uit verdrag
Dat het Verdrag bepaald niet onomstreden is, ook in de landen die het hebben ondertekend, bewijst Turkije. Nota bene het gastland van de conferentie in 2011 besloot op 1 juli 2021 uit het Verdrag van Istanbul te stappen. Deze actie van de conservatieve president Erdogan was de eerste keer dat een lid van de Raad van Europa zich terugtrok uit een internationaal mensenrechtenverdrag. Mensenrechtenorganisaties, zoals Amnesty International vreesden dat hierdoor miljoenen vrouwen en meisjes meer risico lopen op geweld. Maar met de opkomst van rechts-conservatieve partijen in Europa groeit de vrees dat er meer landen het Turkse voorbeeld gaan volgen. Ook Polen heeft inmiddels bekend gemaakt ook voorbereidingen te treffen uit het verdrag te stappen.

Modernisering Zedenwet
Tegenover deze terugval heeft in veel andere landen het Verdrag er voor gezorgd dat er een ontwikkeling tot steeds gerichtere wetgeving op gang is gekomen. In Nederland geldt dat bijvoorbeeld voor de modernisering van de Zedenwet. Naar verwachting worden vanaf 2024 alle vormen van onvrijwillige seks beschouwd als verkrachting en worden daarmee strafbaar als een ernstig misdrijf. Als iemand op grond van bijvoorbeeld (non-)verbale signalen behoort te weten dat een ander geen seks wil, maar daar geen rekening mee houdt, kan die persoon straks strafbaar worden gesteld voor "schuld aan verkrachting".

Publicatiedatum: 16-09-2023
Datum laatste wijziging :16-09-2023
Auteur(s): Johan Gortworst,
Verwante vensters
Extra Evaluatierapport GREVIO
In januari 2020 bracht een Groep van deskundigen inzake actie tegen geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld (GREVIO) een advies uit over de naleving door Nederland van het Verdrag van Istanbul. GREVIO juicht de inspanningen van Nederland om het Verdrag uit te voeren, toe maar was niet op alle punten tevreden Het lijkt erop dat Nederland door haar genderneutraal beleid daarmee ook het partnergeweld neutraliseert. Het verwijt is dat Nederland daarmee genderongelijkheid probeert toe te dekken vanuit de gedacht dat geweld nu eenmaal voorkomt tussen mensen. Het treft zowel mannen als vrouwen en beiden kunnen ook daders zijn. De specifieke kwetsbaarheid van vrouwen als gevolg van ongelijke machtsverhoudingen, tradities van geweld en dwang en controle die direct samenhangen met gender, doen er dan niet meer toe. Hierdoor bestaat volgens GREVIO het gevaar dat bijvoorbeeld beroepskrachten hulp bieden zonder aandacht te hebben voor genderspecifieke aspecten. Dit kan leiden tot hiaten in bescherming en ondersteuning en ertoe bijdragen dat vrouwen opnieuw slachtoffer worden.

Schaduwrapportage
Voorafgaand aan de evaluatie van Grevio ondertekende 52 non- gouvermentele organisaties, waaronder de vrouwenopvang, de eerste schaduwrapportage over de Nederlandse implementatie van het Verdrag van Istanbul. De samenstelling van de schaduwrapportage werd gecoördineerd door het Netwerk VN- Vrouwenverdrag dat de naleving van vrouwenrechten in Nederland monitort. In de rapportage werden belangrijke onderwerpen behandeld, zoals het verzamelen van data, het voorkomen van stereotypering en het vergroten van het bewustzijn van mensen over geweld tegen vrouwen. .
Literatuur
Links
Video

YouTube, 2022 | Animatie waarin verband tussen gender, huiselijk geweld en gendersensitief werken wordt uitgelegd

eerste   vorige   homepage   volgende   laatste