|
Hendrik Jacob van der Heim (1824 - 1890)Advocaat, oprichter Vereeniging tot verbetering der woningen van de arbeidende klasse in Den HaagVerontwaardigd observeert jonkheer Hendrik Jacob van der Heim van Duijvendijke (1824-1890) in 1854 dat mensen in zijn kringen tegenwoordig veel geld uitgeven aan de paardenfokkerij. En zich druk maken om dierenmishandeling, terwijl intussen duizenden mensen in vreselijke omstandigheden moeten wonen en daarvoor ook nog eens veel te veel huur betalen. In Den Haag, waar hij woont en werkt als advocaat, heeft hij dat met eigen ogen gezien. Als hervormd diaken bezoekt bij behoeftige Haagse gezinnen om te beslissen of ze geld uit de kerkelijke armenkas krijgen. Van der Heim weet dat het mogelijk moet zijn om rendabele arbeiderswoningen te bouwen tegen een ‘billijke huur’. Op de eerste wereldtentoonstelling in 1851 in Londen heeft hij daar voorbeelden van gezien. Die staan hem voor ogen als in 1853 met een paar Leidse studievrienden de Vereeniging tot verbetering der woningen van de arbeidende klasse opricht. Ze weten genoeg mensen uit de Haagse elite te interesseren voor aandelen van 250 gulden in de vereniging. Binnen een jaar hebben de vrienden een startkapitaal van 36.500 gulden bij elkaar en kunnen zij gaan bouwen en bestaande woningen opknappen. In 1864 bouwt de vereniging bijvoorbeeld 168 woningen aan de Haagse Van Hogendorpstraat. Naar Frans voorbeeld zijn de woningen rug-aan-rug gebouwd in blokjes van vier. Dat is minder gehorig dan beneden-bovenwoningen. In de 28 jaar dat Van der Heim bestuurder is, bouwt en verwerft de vereniging een kleine 500 woningen. De 160-jarige vereniging heet nu Koninklijke Haagse Woningvereniging van 1854 en doet haar werk nog altijd onafhankelijk en zonder structurele overheidsondersteuning. De vereniging heeft een kleine 400 woningen in beheer. Eerder gepubliceerd in Aedes Magazine, nr. 7 / 2013.
Auteur(s): Margriet Pflug,
Biografie |
|