|
Coen Stork (1865 - 1934)Verlichte ondernemer en het eerste tuindorp in HengeloTuindorp ’t Lansink in Hengelo is het eerste echte tuindorp in Nederland, gebouwd naar de rond 1910 vernieuwende Engelse tuinstadideeën. Drijvende kracht is Coen Stork (1865-1934) een van de directeuren van de gelijknamige machinefabriek. Oog voor de noden van de fabrieksarbeiders was Coen Stork met de paplepel ingegoten. Vader Charles Stork richtte al in 1867 de Hengelosche Bouwvereeniging op, vanuit het principe: wat goed is voor de arbeiders, is ook goed voor de fabriek. Tot 1910 had de vereniging al wat plukjes arbeiderswoningen gebouwd. Plan ’t Lansink zette meer zoden aan de dijk. Voor de bouw moest Stork financiële afspraken maken met andere fabrikanten; de gemeente werkte in eerste instantie niet mee aan een rijksbijdrage. De Bouwvereeniging zette het plan toch door en bouwde in fases een groene wijk die in principe voor iedereen open stond. Bewust niet alleen voor arbeiders, dat was beter voor de samenlevingsopbouw. Een grote variatie aan woningtypen was van alle gemakken voorzien: een moderne wc aangesloten op een riolering, gas om op te koken en elektrisch licht. Met een weekhuur vanaf 4,50 gulden had je een aparte badkamer. De goedkopere huizen kregen een bad in de keuken onder het opklapbare aanrecht. De flinke voor- en achtertuinen - vroeger in gebruik als moestuin - zijn helemaal in lijn met de tuindorpideeën van destijds. Sinds 2003 is een deel van ’t Lansink beschermd dorpsgezicht. Het dorp is nog steeds een geliefde woonwijk. De meeste huurhuizen zijn koophuis geworden. De overgebleven huurhuizen zijn in beheer bij Welbions de rechtsopvolger van de Hengelosche Bouwvereeniging. Eerder gepubliceerd in Aedes Magazine, nr. 1 / 2013.
Auteur(s): Margriet Pflug,
Biografie |
|